Verkeersinbreuk met de bedrijfswagen
Een gewaarschuwd rechtspersoon is er twee waard: als een van uw werknemers een verkeersinbreuk heeft begaan met uw bedrijfswagen, moet u de identiteit van de bestuurder tijdig aan de gerechtelijke instanties meedelen. Doet u dit niet, dan betaalt u een fikse geldboete, zélfs wanneer de verkeersboete niet betwist wordt en tijdig betaald wordt.
Deel tijdig de identiteit van de bestuurder mee
Dagelijks moeten rechtspersonen en hun zaakvoerders zich verantwoorden voor de politierechtbank, niet omdat zijzelf verkeersovertredingen hebben begaan, maar omdat ze de identiteit van de bestuurder die een verkeersinbreuk heeft begaan met een van hun bedrijfswagens niet hebben meegedeeld.
Bij de meeste verkeersovertredingen (snelheid, door het rood licht rijden, foutparkeren …) wordt de bestuurder niet staande gehouden, maar pas achteraf geïdentificeerd op basis van de nummerplaat. De wet bepaalt dat de natuurlijke persoon op wiens naam het voertuig is ingeschreven, vermoed wordt de bestuurder te zijn geweest, tenzij een tegenbewijs wordt geleverd. Als de overtreding werd begaan met een voertuig dat is ingeschreven op naam van een rechtspersoon kan dit vermoeden niet gelden; een rechtspersoon kan immers nooit een voertuig besturen.
De wet verplicht de rechtspersoon of zijn zaakvoerder om binnen de vijftien dagen aan de gerechtelijke instanties mee te delen wie het voertuig op het ogenblik van de overtreding bestuurde. Deze termijn geldt vanaf de datum waarop de vraag tot inlichtingen werd verstuurd.
Het principe en de gevolgen
De identiteit van de bestuurder meedelen is verplicht op basis van artikel 67ter van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer. Deze verplichting geldt ook als de verkeersovertreding niet wordt betwist en de verkeersboete tijdig wordt betaald.
Als u deze informatieverplichting niet naleeft, begaat u een nieuw misdrijf, waarop zware geldboetes staan:
- minimum € 1600 voor de zaakvoerder;
- minimum € 4000 voor de rechtspersoon.
Daarbovenop komt nog een bijdrage van € 200 voor het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.
Zelfs een banale verkeersovertreding zoals een lichte snelheidsovertreding of foutparkeren, begaan met een firmawagen, kan dus leiden tot een afzonderlijke zware veroordeling van de rechtspersoon of diens zaakvoerder als de identiteit van de bestuurder niet tijdig wordt meegedeeld.
Hoe garandeert u de informatieverplichting?
De wet schrijft voor dat de rechtspersoon of zijn zaakvoerder maatregelen moet nemen om aan deze informatieverplichting te voldoen. Zij moeten dus bijhouden wie op welk ogenblik met welke firmawagen reed. De manier waarop dat moet gebeuren, is niet bepaald, maar het is aan te raden dit telkens te registreren.
Het volstaat niet het proces-verbaal van de verkeersovertreding en de uitnodiging tot betaling van de onmiddellijke inning over te maken aan de werknemer die de overtreding heeft begaan. De kans is reëel dat deze de betaling vergeet of te laat betaalt. Maar zelfs wanneer de verkeersboete tijdig betaald wordt, loopt de rechtspersoon of diens zaakvoerder nog steeds het risico gedagvaard te worden als hij de identiteit van de bestuurder niet heeft meegedeeld. Enkel wanneer hij zich in een omstandigheid bevindt waarin het voor elke normale, voorzichtige en redelijke persoon onmogelijk zou zijn geweest aan de informatieverplichting te voldoen, is een vrijspraak mogelijk.
Hoe deelt u de informatie mee?
Sinds eind maart 2018 ontvangt de rechtspersoon of diens zaakvoerder na een verkeersovertreding met een bedrijfswagen één gestandaardiseerde brief. Deze wekte dikwijls de indruk dat de informatieplicht enkel gold in geval van betwisting. Het gevolg was dat zaakvoerders of rechtspersonen, die zich van geen kwaad bewust waren, na betaling van de onmiddellijke inning toch nog werden gedagvaard omdat ze de identiteit van de bestuurder niet hadden meegedeeld.
Het Hof van Cassatie oordeelde recent dat de verplichting om de identiteit mee te delen voortvloeit uit de wet zelf en iedereen geacht wordt de wet te kennen, zelfs als de berichtgeving dubbelzinnig is of onvolkomenheden bevat. Onthoud daarom deze twee belangrijke tips:
- Houd nauwgezet bij wie welk voertuig van de rechtspersoon op welk ogenblik bestuurt.
- Deel altijd tijdig (binnen de vijftien dagen vanaf de datum waarop de vraag tot inlichtingen werd verstuurd) de identiteit mee van de bestuurder die met het bedrijfsvoertuig de overtreding heeft begaan, ook als de onmiddellijke inning niet betwist wordt en tijdig betaald wordt.