Verkeersdrempels: wat als je schade oploopt?

Verkeersdrempels zijn alomtegenwoordig in ons dichtbevolkte landje. Niet te snel rijden is dan de boodschap, maar wat moet je doen als je auto beschadigd wordt? Of hoe moet je reageren als je van je fiets of motorfiets valt?

Er bestaan drie verschillende soorten snelheidsdempers:

  • De verkeersremmers (meer bekend onder de benaming verkeersdrempels) zijn ‘bumps’ in het wegdek
  • Verkeerseilanden zijn een verhoging op de openbare weg, in het algemeen op een kruispunt of een zebrapad
  • Verkeerskussens zijn vierkante verhogingen die in het midden van de rijweg worden geplaatst

Wat zijn de gereglementeerde afmetingen?

De snelheidsdempers moeten:

  • Een profiel in de vorm van een sinusoïdale curve hebben (in de vorm van een platte klok of een dromedarisbult)
  • Een hoogte van maximum 12 cm en een lengte van 4,8 m

De verkeerseilanden moeten:

  • Een hoogte hebben dat varieert tussen 10 en 12 cm (tussen 8 cm en maximaal 15 cm maximum als het eiland even hoog moet zijn als het voetpad)
  • Hellingen hebben waarvan de hoogte afhangt van de hoogte van het verkeerseiland en de lengte van het platte stuk

De verkeerskussens mogen niet hoger zijn dan 7 cm, toch respecteren vele verkeerskussens deze regel niet.

Moeten verkeersdrempels worden aangegeven?

Allereerst moeten deze inrichtingen onderscheiden worden van de rest van de rijweg. Met een witte streep over de hele breedte en op de helling, moeten ze met, afwisselend korte en lange, witte strepen op een donker wegdek zichtbaar zijn.

Bovendien moeten de snelheidsdempers in principe via verkeersborden aangegeven worden. Op die borden (borden F87 en A14) staat het schema van een verkeersdrempel aangeduid.

Let op: de beschrijving is niet verplicht in een zone 30 (aangeduid door middel van een F4a-bord). Wees in dit geval extra voorzichtig.

Welke regels zijn van toepassing op de automobilisten?

  • Je snelheid mag niet hoger zijn dan 30 km/u als je over een verkeersdrempel rijdt
  • Je mag noch stilstaan noch parkeren op een verkeersdrempel
  • Links voorbijsteken over een verkeersdrempel is verboden

Wat moet je doen in geval van schade?

Verzeker je er eerst van dat je niet in fout bent. Verkeersdrempels zijn er om de snelheid te remmen. Als je bijvoorbeeld te snel komt aanrijden, ben je verantwoordelijk voor de veroorzaakte schade.

Kan je daarentegen bewijzen dat de (lichamelijke) schade veroorzaakt werd door een niet-gereglementeerde verkeersdrempel, dan kan de wegbeheerder aansprakelijk gesteld worden. In dit geval maak je best foto’s van de locatie, vraag je aanwezigen om getuige te zijn en bel je de politie om een PV op te stellen.

Maar wie is dan de wegbeheerder? In principe worden de N-wegen (oude nationale wegen) beheerd door het Gewest (dit geldt ook voor snelwegen (A) en rings (R), maar  verkeersdrempels zijn op dat type wegen onbestaand). De meeste andere wegen worden beheerd door de gemeentes. Als je twijfelt, kan je de gemeente contacteren waar de weg zich bevindt. De gemeente zal je op haar beurt informeren als de verkeersdrempel die de schade aan je auto veroorzaakte, door een andere partij wordt beheerd.

Als je auto omnium verzekerd is, dan komt in principe de verzekering tussen. Maar kijk het alvast na in je contract. Als de verzekering tussenkomt, dan moet je wel nog steeds de mogelijke franchise betalen. Heb je geen omniumverzekering of moet je de franchise betalen? Dan kan je nog steeds terecht bij de juridische bijstand die mogelijk kan tussenkomen in de gemaakte kosten of in de regeling van een schadevergoeding.  Er bestaat geen algemene regel, het hangt af van het type verzekeringscontract.

Veiligheid boven alles

Al is de regelgeving sinds meerdere jaren bekend, toch respecteren vele snelheidsremmers de wettelijke voorschriften niet. Wees dus extra voorzichtig als je over een verkeersdrempel rijdt en vermijd mogelijke schade. Gelijk krijgen van de wegbeheerder kan maar de wettelijke procedure kan veel tijd in beslag nemen. Beter voorkomen dan genezen dus…