Procureurs mogen niet langer de ontruiming van een gekraakt pand bevelen

In 2017 stelde de wetgever met de Antikraakwet van 18 oktober het kraken van niet-bewoonde panden strafbaar. Daarbij kon de eigenaar of huurder van het gekraakte pand een bevel tot ontruiming verkrijgen bij de Procureur de Konings. De kraker moest het pand dan binnen de 8 dagen verlaten.

De bedoeling van deze wet was om eigenaars en huurders, lokale overheden, en de politie meer armslag te geven om krakers snel uit te zetten. Voorheen was kraken in België namelijk niet specifiek verboden bij wet. De eigenaar kon dan slechts via een procedure bij de vrederechter de uitzetting van een kraker vragen.

Het Grondwettelijk Hof besliste op 12 maart 2020 dat een Procureur niet langer een bevel tot ontruiming mag geven. Deze bevoegdheid vormt volgens het Hof een inmenging in het recht van de kraker op eerbiediging van het privéleven, en de onschendbaarheid van de woning. Een uitzetting kan volgens het Hof enkel gebeuren met de toestemming en onder de controle van een rechter. Het Hof doet hiermee terug de vroegere situatie herleven. Een eigenaar of huurder die een kraker wil uitzetten moet zich dus weer eerst tot de rechter wenden.