Zo regel je de nutsvoorzieningen bij het einde van een huurovereenkomst

Als je een huis of appartement huurt of verhuurt en de huurovereenkomst neemt een einde, dan moet je de nutsvoorzieningen die in het gebouw aanwezig zijn nog ‘regelen’. Hierbij gaat het om water, elektriciteit en desgevallend ook gas. Hoe ga je daarbij tewerk? En wat als er nog mazout in de tank zit?

NIET AFSLUITEN

In heel wat gevallen staan de nutsvoorzieningen tijdens de duur van de huur op naam van de huurder. Die rekent zijn verbruik dan af met de maatschappij die het water, de gas en de elektriciteit levert. In dat geval is alleszins belangrijk dat de nutsvoorzieningen door de huurder niet worden afgesloten bij het einde van de huur. Dat leidt namelijk tot kosten van afsluiting en vervolgens ook nog eens van heraansluiting. Sluit de huurder deze toch af, dan zou de verhuurder eventueel zelfs een schadevergoeding van hem kunnen vragen en dit zeker als dat in het huurcontract staat.

OVERDRAGEN

Het is dan ook de bedoeling dat de bestaande nutsvoorzieningen worden overgedragen van de oude huurder naar de eigenaar (als er nog geen nieuwe huurder is) of naar de nieuwe huurder. Hiertoe kan je een formulier invullen dat door de leveranciers van de nutsvoorzieningen ter beschikking wordt gesteld. Opvolgend dien je dit te bezorgen aan de leverancier. Die maakt dan een afrekening op voor de vertrekkende huurder.

Het is daarbij natuurlijk van belang de juiste meterstand te noteren. Doe dit in onderling overleg en check grondig of wel degelijk het juiste cijfer wordt genoteerd. Je kan meteen met je smartphone ook een fotootje nemen van de meterstand zodat je het cijfer nog even kan checken. Weet overigens dat de meters wel eens in donkere ruimtes staan (neem dan ook voldoende licht mee). Kijk in een appartementsgebouw ook na of je wel de juiste meters noteerde (en niet die van een ander appartement).

DE AANSLUITING BLIJFT OP NAAM VAN DE VERHUURDER

Het gebeurt ook wel eens dat de aansluiting voor het gebouw op naam van de eigenaar blijft en dat die de nutsvoorzieningen opvolgend forfaitair verrekent met de huurder, dan wel dat hij de werkelijke kost aan de huurder doorrekent. In dat geval moet er geen overdracht gebeuren.

Werd er gekozen voor een forfaitaire afrekening van lasten dan is de opname van de meters niet nodig. Is er daarentegen sprake van een afrekening van de werkelijke lasten dan dient dat wel te gebeuren. Hier dient dan namelijk nog een afrekening plaats te vinden. In dat geval is het belangrijk dat de huurder en verhuurder bij het vertrek van de huurder de meterstanden noteren en een document ondertekenen ter bevestiging van die meterstanden. Weigert de huurder om hieraan mee te werken, dan zou de verhuurder aan een gerechtsdeurwaarder kunnen vragen om de meterstanden op te nemen.

EN WAT MET DE MAZOUT?

Als er op het einde van de huur nog mazout in de tank zit, kan de vertrekkende huurder die proberen te verrekenen met de nieuwe huurder. Deze laatste is echter niet verplicht daarop in te gaan. Ook de eigenaar kan niet verplicht worden de mazout over te nemen. Als je niet akkoord gaat om de mazout over te nemen, mag de huurder die vertrekt de mazout die nog in de tank zit wel meenemen naar zijn nieuwe woning.

Verhuur je een woning waarbij er nog mazout in de tank zit, dan kan je met je nieuwe huurder afspraken maken over deze mazout. Zo kan je bijvoorbeeld perfect overeenkomen dat de huurder deze mazout van je ‘overkoopt’ en daarvoor een bepaald bedrag betaalt. Een alternatief bestaat erin dat je overeenkomt dat je huurder op het einde van de huur er voor moet zorgen dat er opnieuw evenveel in de tank zit. Het is dan belangrijk dat je samen vaststelt (en ondertekent) hoeveel mazout er bij aanvang van de huur in de tank zat. Voor een verhuurder is deze tweede werkwijze ‘onzekerder’ dan deze waarbij de huurder dadelijk bij het begin van de huur een som betaalt. Als de huurder namelijk uiteindelijk met de noorderzon verdwijnt riskeert de verhuurder niets te kunnen recupereren.