Een oude plaatsbeschrijving gebruiken: mag dat?

Om de opmaak van een plaatsbeschrijving te vermijden denkt een verhuurder er misschien wel aan om een oude plaatsbeschrijving aan het contract toe te voegen en die door de huurder te laten ondertekenen. Maar is die werkwijze wel geldig?

Als verhuurder overweeg je misschien wel een plaatsbeschrijving die werd opgesteld bij het begin van de vorige huur aan het huurcontract toe te voegen. Toch doe je dat maar beter niet als je problemen wil vermijden.

WETTELIJK VERPLICHT

Als je een huis of appartement verhuurt, moet er bij aanvang van de huurovereenkomst een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opgemaakt worden. Gebeurt dat niet dan geldt er een vermoeden in het voordeel van de huurder. Hij wordt verondersteld het gehuurde goed in dezelfde staat te hebben ontvangen als diegene waarin hij het teruggeeft bij het einde van de huur. Dit vermoeden is weerlegbaar. Zo kan je bijvoorbeeld een uitgaande plaatsbeschrijving met je vorige huurder voorleggen enz…

WANNEER OPMAKEN?

De plaatsbeschrijving moet worden opgemaakt ten laatste een maand nadat de plaatsen door je huurder in gebruik werden genomen. Werd de huurovereenkomst gesloten voor minder dan één jaar dan moet de plaatsbeschrijving uiterlijk binnen de 15 dagen na het in gebruik nemen van de plaatsen worden opgemaakt.

WERKEN MET EEN ‘OUDE’ PLAATSBESCHRIJVING?

Het zomaar toevoegen van een oude plaatsbeschrijving aan het huurcontract doe je maar beter niet. De kans bestaat namelijk dat de rechtbank dit niet voldoende zal vinden, ook al ondertekende de huurder ze. Men zou onder andere kunnen zeggen dat een plaatsbeschrijving die al enkele jaren oud is onmogelijk de toestand kan aangeven bij het begin van de huur. In de loop van de jaren doet er zich nu eenmaal onder andere slijtage voor.

Een vorige plaatsbeschrijving zou wel als basis voor een nieuwe plaatsbeschrijving kunnen gebruikt worden en wanneer na rondgang blijkt dat er niets veranderd is met akkoord van beide partijen ongewijzigd over genomen worden.