Mag een huurder onderverhuren?

Je huurder mag de woning of het appartement dat hij van jou huurt niet zo maar aan iemand anders onderverhuren. Doet hij dat toch, dan kan je bij de vrederechter de ontbinding van de huur vragen.

Bij een onderhuur verhuurt je huurder het huis of appartement dat hij van jou huurt deels of volledig aan iemand anders.

JE TOESTEMMING IS NODIG

In het kader van de woninghuurwet mag je huurder je huis of appartement niet op eigen initiatief aan iemand anders onderverhuren tenzij je het daarmee eens bent. Je hoeft dat zelfs niet expliciet in de huurovereenkomst te regelen.

Verhuurt je huurder toch (een deel van) het huis aan iemand anders en ben je het daar niet mee eens, stuur hem dan dadelijk een aangetekende brief en vraag hem ermee te stoppen. Doet hij dat vervolgens nog niet, dan kan je naar de vrederechter stappen om daar de ontbinding van de huurovereenkomst te vragen.

ER ZIJN GRENZEN

Zelfs als je akkoord gaat met de onderverhuur zijn er strikte grenzen die je huurder moet naleven. Zo mag hij maar een deel van het onroerend goed in onderhuur geven en moet hij zelf de rest van de woning als hoofdverblijfplaats blijven gebruiken. Bovendien mag de duur van de onderhuur de resterende duur van de hoofdhuurovereenkomst niet overschrijden. Je huurder moet verder aan zijn huurder laten weten dat hij zelf huurt en wat de omvang van zijn rechten is.

Beëindig jij als verhuurder de huur, dan moet je huurder de onderhuurder daarvan binnen vijftien dagen op de hoogte brengen. Hij moet hem meedelen dat het contract van de onderhuur op dezelfde datum als die van de hoofdhuur zal eindigen. Als je huurder vervroegd de hoofdhuurovereenkomst beëindigt, moet hij de onderhuurder een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden geven (samen met een afschrift van de opzegging die hij aan jou als verhuurder richt) en moet hij de onderhuurder een vergoeding betalen die gelijk is aan drie maanden huur.