Mag je de huurwaarborg op je eigen rekening laten storten?

Je mag als verhuurder niet vragen dat de huurwaarborg op je eigen rekening wordt gestort of dat de huurder die cash aan jou betaalt. Doe je dat toch, dan moet je uit eigen zak een intrest betalen.

DE SPELREGELS

Volgens de woninghuurwet mag je huurder kiezen op welke manier hij of zij de huurwaarborg geeft. Die mag vooreerst worden gestort op een geïndividualiseerde en geblokkeerde rekening op zijn of haar naam bij een bank.  Het bedrag van de huurwaarborg mag dan maximaal twee maand huur bedragen.  

De huurder kan je ook een bankwaarborg geven van maximum drie maand huur.  De bankwaarborg kan tenslotte ook gesteld worden ten gevolge van een contract tussen een OCMW en een financiële instelling.  In dat geval bedraagt de maximale waarborg 3 maand huur.  

DE HUURDER STORT AAN JOU

Ondanks de duidelijke wettekst gebeurt het nog vaak dat verhuurders aan hun huurder vragen dat die de huurwaarborg aan hen betaalt, en dit ofwel cash, ofwel door een overschrijving op de eigen rekening van de verhuurder. 

De wet geeft dan meteen aan wat het gevolg daarvan is. Als je dat doet ben je namelijk als verhuurder verplicht aan je huurder een rente te betalen, en dit aan de gemiddelde rentevoet van de financiële markt op het bedrag van de waarborg. Je bent de intrest verschuldigd vanaf het moment dat de waarborg aan jou betaald of gestort werd.  Overigens wordt deze intrest ook gekapitaliseerd.

HIJ OF ZIJ MAANT JE AAN

Vanaf de dag dat je huurder je in gebreke stelt om de huurwaarborg te plaatsen op een geïndividualiseerde rekening bij de bank, is de intrest nog hoger.  In dat geval ben je intresten aan de wettelijke rentevoet verschuldigd tot je effectief over gaat tot die storting.