Gevarendriehoek gebruiken: wanneer en hoe?

Je moet in je wagen verplicht een gevarendriehoek hebben. Wanneer moet je deze gebruiken en welke precieze richtlijnen moet je daarbij volgen?

Een gevarendriehoek behoort tot de verplichte uitrusting van je wagen. Heel wat bestuurders weten echter niet wanneer en hoe ze deze juist moeten gebruiken.

Bij een ongeval of pech

Als je auto door pech of door een ongeval een gevaar is op de openbare weg en niet onmiddellijk kan verplaatst worden (of slechts kan worden opgesteld op een plaats waar het stilstaan en het parkeren verboden zijn), moet je de gevarendriehoek plaatsen. Je moet dat ook doen als je voertuig zijn lading verloren heeft en die niet onmiddellijk kan opgeruimd worden.

Hoe gebruiken?

In de wet staan strikte richtlijnen over hoe je je gevarendriehoek moet plaatsen. Meer bepaald moet die voor je voertuig worden geplaatst ongeveer in verticale stand, op een afstand van ten minste 30 meter op de gewone wegen en van ten minste 100 meter op de autosnelwegen. De wet zegt verder dat dit zodanig moet gebeuren dat hij voor de naderende bestuurders zichtbaar is van op een afstand van ongeveer 50 meter.

Binnen de bebouwde kommen, op plaatsen waar de afstand van 30 meter niet kan in acht genomen worden, mag de gevarendriehoek op een kleinere afstand en eventueel op het voertuig geplaatst worden.

Je riskeert een boete

Hou je je niet aan deze regels dan riskeer je een boete.